Er dwaalt een das door Otterlo. Meerdere zelfs. Ik hoorde dat er onlangs op de Hoenderloseweg bijna één was dood gereden.
Hoenderloseweg? Daar is toch een dassentunnel? Boing, we zijn direct bij de kern van dit verhaal. Een verhaal met amateur ecologische inzichten van een geboren en getogen Amsterdammer die eerder alleen de mus en de duif kon herkennen. Alle andere vogels waren bijzondere duiven of rare mussen.
Even uitleggen: de das moet bij de Hoenderloseweg in Otterlo gebruik maken van een dassentunnel, aangelegd door de gemeente Ede. Vanaf sportpark Kastanjebos brengt deze hem naar een zogenaamde ruigtestrook aan de overkant. Zo’n strook biedt genoeg beschutting om veilig te kunnen foerageren (eten). De strook is echter in onderhoud, omgeploegd en ingezaaid in opdracht van de gemeente Ede. Goed bedoeld, maar nu staan er nog maar 2 struikjes. Ja doei zegt de das, daar gaan we niet meer eten.
En het was zo goed bedacht. Waar nu het Sportpark is was eerst schraal grasland, een favoriete habitat van dassen. De tunnel naar de akkers aan de overkant leek een acceptabele vervanging. Niet meer dus. Daarom ging de das op zoek, over de Hoenderlose weg, waar hij bijna werd dood gereden. Hij stak de Houtkampweg, de toegangsweg naar het Nationaal Park, over, waar hij nog niet is dood gereden. En daar aan de oostkant van Otterlo vond hij een plek die lijkt op zijn oude habitat: een stuk schraal grasland, nu omgeven door hekken. Daar laat hij zich niet door tegenhouden. En zo werd dit een nieuw foerageergebied.
Het stuk grasland waar het hier over gaat is het oude voetbalveld aan de Onderlangs/Karweg. Bestemd door de gemeente Ede om 10 grote villa’s te bouwen. Oh ironie, de das verdrongen uit zijn oude habitat, beroofd van zijn veilige ruigtestrook, gaat juist naar de volgende plek waar de gemeente wil bouwen. Maar wat een logische ruil ook. De dassen lijken te zeggen: jullie een voetbalveld op mijn oude habitat, wij een nieuwe habitat op jullie oude voetbalveld.
Ja, nu heeft de gemeente een probleem. Doordat het veld aan de Onderlangs niet meer gebruikt wordt, nemen de natuurwaarden toe. De gele weidemier huist er onder andere al. Vroeger had ik er om gelachen, gele weidemier, hoezo gele weidemier? Maar wie zich verdiept in voedselkringlopen beseft het belang hiervan.
Het voetbalveld, dit ontluikende natuurgebied, wordt regelmatig door de gemeente gemaaid. Dat lijkt nu niet meer aan de orde. Een habitat van de das wordt er mee verstoord, een ontluikend natuurgebied in de kiem gesmoord.
Maar vindt de gemeente dat ook? De vraag is waar de das nu weer heen moet als de gemeente kiest voor geld en niet voor natuur. Van dit nieuwe College met een andere samenstelling mogen we anders verwachten.