Wij hebben thuis een volledig elektrische auto. Ver weg van huis zijn we er nog niet zo vaak mee geweest. We zijn namelijk bang, bang voor een lege accu. ‘Hoezo bang voor een lege accu’, hoor ik u zeggen, je hebt toch laadpalen?’. Nou dat is wel een dingetje. Laadpalen zijn niet altijd makkelijk te vinden. Van Otterlo naar Amsterdam is er langs de autosnelweg A1 bijvoorbeeld geen enkel tankstation waar je je auto op kunt laden. Als je niet uitkijkt wordt een ontspannen ritje naar Castricum aan Zee een angstige zoektocht naar laadpalen. Ik word daar gespannen van: laadpalenstress.
Nederland moet aan de elektrische auto. Vanaf 2030 komt er een verbod op nieuwe benzine- en dieselauto’s. Leuk streven maar dan moet er echt nog wel wat gebeuren.
Op 1 januari 2018 waren er 22 duizend volledig elektrisch aangedreven auto’s in Nederland. Dat is 0,25% van alle auto’s. Per jaar komen er 400.000 nieuwe auto’s bij. Slechts een paar duizend daarvan zijn volledig elektrisch. Wil je alle auto’s uiteindelijk vervangen door elektrische auto’s dan ben je dus nog wel tot ver na 2030 bezig.
En dan heb je ook nog het laadpalenprobleem. En niet alleen langs de snelweg. Laatst was ik in Diemen. Daar hebben ze een kast van een parkeergarage onder het winkelcentrum. Na vijf keer rondrijden vond ik in een verborgen hoek twee laadpunten, waarvan één stuk.
In Ede is het ietsje beter. Langs de A30 is er aan beide kanten een snellaadstation. Kun je niks van zeggen. Op de parkeerplaatsen in en rond het centrum valt het echter tegen. In totaal zes laadplekken op zes parkeerterreinen. Daar is nog wel wat aan te verbeteren!!
Zaterdag was ik in Zwolle. Er was een concert van Daniel Lohues in poppodium Hedon. Ik ging optimistisch elektrisch op weg. Zwolle, grote stad, parkeergarage vlakbij Hedon, dat moet lukken. De heenreis was makkelijk maar voor de terugreis had ik een laadpaal nodig. In de parkeergarage was echter geen paal te vinden. Hoe kom ik na het concert thuis? De teller op de auto gaf aan dat ik nog maar 25 kilometer kon rijden. In de toegift zong Lohues zijn hit ‘Op fietse’. Het leek me een goed alternatief.
Maar ja, je bent optimistisch of niet. Ik had op de heenweg aan de andere kant van de snelweg een snellaadpaal gezien. Dat ging vast wel lukken. Onder bezorgde blikken van mijn vrienden (komt ie wel thuis?) ging ik op weg.
Het viel wat tegen…. Sneller dan ik verwachtte nam de actieradius van de auto af. Van ‘U kunt nog 25 kilometer rijden’ ging het naar 20 naar 15 naar 10 naar…. Mijn snelheid was nog maar 75 kilometer per uur, auto’s zoefden langs mij heen. Buiten was het pikkedonker, in de auto was het koud. Om elektriciteit te sparen had ik de verwarming uitgezet. Er was nog geen laadpaal te zien. De laadpalenstress sloeg toe.
Daar had je het gevreesde moment. Nul kilometer zei het dashboard onverbiddelijk!!! Mijn actieradius was nul kilometer. Angstig wachtte ik het moment af dat de auto tot stilstand zou komen.
Gelukkig, net op tijd was daar het tankstation met de snellaadpaal. Nou ja snel. Vijftig minuten ging het laden duren. Balen, had ik nou toch maar de dieselauto gepakt.
Zeur niet en wees blij dat je elektrisch rijdt, probeerde ik mezelf op te beuren. Misschien komt jouw stroom wel van een nabijgelegen windmolen. Altijd beter dan diesel gemaakt van olie uit Saoedi-Arabië. Moet je je voorstellen, redeneerde ik verder tegen mezelf, dan zou je met je dieselaankoop een moorddadig regime steunen dat met jouw geld wapens in de Verenigde Staten koopt om daarmee Jemen plat te bombarderen.
En bedenk eens, ging mijn betere ik verder, dat die olie helemaal met een op stinkdiesel varende tanker vanuit Saoedi-Arabië naar Rotterdam is vervoerd. Ook niet echt milieuvriendelijk. In Rotterdam wordt in een energievretend proces diesel van die olie gemaakt. Prettig?!! En die diesel wordt dan weer door op diesel rijdende tankauto’s naar tankstations vervoerd waar ze in heel veel auto’s wordt getankt die met de verbranding daarvan de lucht weer vervuilen. Heb jij geen last van met je elektrische auto.
Ja, met dit inzicht was dat wachten eigenlijk helemaal niet zo erg. De auto was inmiddels opgeladen. Rijdend naar huis zong ik samen met Lohues in onvervalst Drents mijn laatste stukje laadpalenstress weg:
wie döt mij wat, wie döt mij wat
wie döt mij wat vandage
‘k heb de accus vol met stroom
nee ik heb ja niks te klagen
wie döt mij wat, wie döt mij wat
wie döt mij wat vandage
‘k zol haost zeggen, jao het mag wel zo
Vrij naar Daniel Lohues (Skik) ‘Op fietse’