Meteen naar de inhoud

Geen berengeur bij uw karbonaadje

Het castratiemes lag soepel in mijn rechterhand, het biggetje omgekeerd op zijn rug in een klem op de rand van het varkenshok. Het krijste precies als een beer (mannetjes varken) dat op het punt staat onverdoofd gecastreerd te worden. Ik probeerde het niet te horen.

Met mijn linkerhand vond ik de beer zijn balletjes. Ik sneed de huid open, trok de balletjes door het ontstane gat, sneed ze los en gooide ze in een emmer. Terwijl het gekrijs door ging spoot ik wat blauwsel op de ontstane wond, bevrijdde het biggetje uit zijn klem, stopte hem terug in het varkenshok en pakte het volgende biggetje. Toen alle beertjes gedaan waren, voerde ik de inhoud van de emmer aan een moederzeug. Eet smakelijk.

Het was in mijn derde stageweek op een varkensbedrijf. In de eerste week had ik de varkensboer nog vervloekt toen ik hem moest helpen de te castreren beertjes aan te reiken. Een paar weken later stond ik de beertjes zelf te castreren. Je loopt stage of je loopt het niet, maar dat ik er trots op ben kan ik niet zeggen.

Varkensboeren castreren biggetjes om te voorkomen dat een karbonaadje naar beren gaat ruiken. Die kans is niet zo groot want slechts een heel klein percentage van de beren ontwikkelt die geur. Gelukkig maar want het stinkt vreselijk. Een vriend van mij heeft daarom eens een heel varken weggegooid.

Castreren, laat staan onverdoofd castreren, gebeurt gelukkig vrijwel niet meer bij varkens die in Nederland geconsumeerd worden. Er zijn betere methoden ontwikkeld om de geur te ontdekken voor het vlees op uw bord ligt. Naar Duitsland en Frankrijk geëxporteerde varkens (bijna 70 procent van onze “varkensproductie”) worden echter nog steeds gecastreerd. En pas sinds 1 januari van dit jaar geldt in Frankrijk een verbod op onverdoofd castreren.

Als castreren netjes gebeurt, onder narcose en met pijnbestrijding achteraf, heb ik daar geen principieel bezwaar tegen. Ik heb zelf dit jaar nog een beertje laten castreren. Netjes uitgevoerd door de deskundige dierenarts. Maar wie ben ik, een hobbyboer met twee varkens die lekker buiten lopen.

Dat is wel even wat anders dan de elf miljoen varkens die in Nederland hun hele leven lang op elkaar gepropt op betonnen vloeren in dichte stallen zitten. Met niet of zorgvuldig castreren zijn we er daarom nog niet in Nederland vindt ook de Stichting Varkens in Nood. Zij is een actie begonnen voor verbetering van het welzijn van varkens en dat betekent dat zij een verbod wil op de intensieve varkenshouderij.

Tegelijkertijd stimuleert de Stichting varkensbedrijven om  te voldoen aan de vijf sterren kwalificatie van Varkens in Nood. Dat betekent onder andere dat varkens altijd naar buiten moeten kunnen lopen in een stuk weide of bos en dat biggen minimaal zes weken bij hun moeder kunnen blijven.

Een mooi streven met een prijskaartje. Want alleen als de consument bereid is meer te betalen voor zijn karbonaadje is een toekomst voor meer varkenswelzijn (en wellicht meer varkensboeren) een optie.

Echte solidariteit met boeren is daarom geen omgekeerde vlag, maar een karbonaadje op uw bord dat niet naar berengeur stinkt en ook niet naar dierenmishandeling.

https://www.varkensinnood.nl/nieuwsartikelen/waarom-dit-het-moment-is-om-een-eind-te-maken-aan-bio-industrie

https://www.varkensinnood.nl/criteria-vijfsterren-varkensboeren

https://www.varkensinnood.nl/stop-biggencastratie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *