Ik moest iemand ophalen in de wijk Op ENKA. Ik ging met de auto. Vanaf de Bennekomse weg reed ik de Enkalaan in. Ik passeerde Kalkplein en Papierstraat. Het was druk, bij elke splitsing moest ik wel even stoppen. Allemaal mensen op weg naar hun werk, allemaal alleen in hun auto: woon-werkverkeer schatte ik in. De basisschool was nog niet begonnen. Kinderen liepen aan de hand van een ouder, opvallend vaak een vader, richting de school. Op ENKA is een jonge wijk, dat kon je wel zien.
De auto’s reden voorzichtig, of was het sluipen? De chauffeurs zag je bij elke hoek heel behoedzaam kijken, of was het loeren? De ouders, met hun kinderen stevig aan de hand zag ik steeds onrustig om zich heen kijken. Zag ik angst in hun ogen? Wat was dit voor een vibe? ‘Is dit een woonwijk of bevind ik me op de savanne,’ vroeg ik me af. Opeens zag ik de auto’s veranderen in leeuwen, de kinderen en hun ouders werden zebra’s. De jacht was geopend. De zebra’s trokken hun jongen mee, de leeuwen loerden op een kans een jong te verschalken. ‘Kijk uit,’ schreeuwde ik toen een leeuw gevaarlijk dicht bij een jong kwam.
Een ongeduldige claxon van een auto achter mij bracht me terug naar de werkelijkheid. Mensen keken bevreemd naar die man die uit zijn geopende autoraam aan het schreeuwen was. Enigszins beschaamd vervolgde ik mijn weg. Maar het gevoel me in een jachtgebied te bevinden ging niet helemaal weg. Wat is er mis met deze wijk, vroeg ik me af, dat ik zo’n gevoel krijg.
Het antwoord ligt voor de hand. Bij de opzet van de wijk gold niet het uitgangspunt dat kinderen overal veilig moeten kunnen lopen, fietsen en spelen. Nee, het uitgangspunt was dat je overal met de auto moet kunnen komen. Daarom wordt de wijk doorkruist met wegen en zie je overal parkeerplaatsen.
Dit is geen j’accuse, want ik reed er zelf ook met de auto en profiteerde van de autobereikbaarheid. Maar ik vraag me af of we met zijn allen wel helemaal lekker zijn. Als je een wijk opzet dan is het toch niet vreemd als je bij de inrichting de meest kwetsbare mensen als uitgangspunt neemt. Hoe prettig zou het zijn als kinderen overal in die wijk veilig kunnen ronddwalen. Wat voor een gevoel geeft het mensen als ze hun kinderen veilig alleen naar school kunnen laten lopen, dus zonder dat je de angst hebt dat ze onder een auto kunnen komen. Stelt u zich eens voor hoeveel aantrekkelijker zo’n wijk wordt als in plaats van dat asfalt er speel- en ontmoetingsplekken, of bloemenperken zouden zijn.
Het had gekund, het had gemoeten. Zeker ook omdat de wijk vlakbij een bus en treinstation ligt en er dus goede alternatieven zijn voor de auto. Als bijkomend voordeel was dan de geplande aanleg van de parklaan wellicht niet doorgegaan. Want de komst van deze weg is ook mede een gevolg van de auto als uitgangspunt voor de inrichting van Op ENKA. Denkt u daar eens aan als u de gemeente Ede ten behoeve van de aanleg van die parklaan bezig ziet met het kappen van honderden bomen.
Dat betekent dus nog meer kaalslag ten behoeve van de auto en dus nog meer savannegevoel. Het jachtseizoen is voorlopig nog niet gesloten.