Het was op een zondag in winters Otterlo. Buiten lag een dik pak sneeuw en het vroor. Binnen zat ik met mijn vader in de huiskamer. De kachel snorde, mijn vader las de krant en ik luisterde naar een Pinkpop concert van de band Fischer Z. Een fantastisch live optreden van de radio opgenomen op een cassettebandje. Mijn vader had niet veel aandacht voor de muziek totdat deze werd afgebroken voor een nieuws uitzending. ‘Stil het nieuws,’ zei hij. Ik zei niks en we luisterden naar de nieuwslezer.
Aan de berichten viel niet op te maken dat het om oud nieuws ging; een moord hier, een oorlog daar, weinig opzienbarends. Dat veranderde toen de weersverwachting aan de beurt was. ‘Zonnige perioden met een middagtemperatuur van 26 graden,’ zei de nieuwslezer. Het sloeg bij mijn vader in als een bom. Totaal verbijsterd keek hij me aan en stamelde ‘die man…., die man is gek.’
Het duurde even voor ik bijgekomen was van het lachen en hem kon vertellen dat het een opname van de radio was. Het was nepnieuws.
Ik was altijd wel gecharmeerd van nepnieuws. Indertijd kon je op het Centraal Station in Amsterdam een blaadje kopen met allerlei berichten waar je je vraagtekens bij kon zetten. ‘Reïncarnatie bewezen’ zei een bericht, want er was een baby geboren met een gouden tand. De foto werd erbij geleverd. Of ‘Man op perron wacht al 30 jaar op terugkomst van geliefde.’ De bijgaande foto liet een man zien op een bankje op een perron. Het onderschrift luidde ‘Deze foto is het bewijs.’
Dubbel lag ik en de treincoupé waar ik in zat lachte smakelijk mee.
Nepnieuws, je kan er niet altijd om lachen. Ik kreeg een bericht doorgestuurd dat duidelijk bedoeld was om een bevolkingsgroep te stigmatiseren. Ik zocht het bericht op google na. Er volgden dertig webpagina’s met allemaal linken die het bericht herhaalden en die naar elkaar verwezen. Pas op pagina eenendertig kwam een link die het hele bericht onderuit haalde.
De Nederlandse overheid vindt nepnieuws gevaarlijk en is daarom op 11 maart een campagne begonnen om mensen bewust te maken van de gevaren. Als nepnieuws definieert de campagne ‘onware of onnauwkeurige informatie die expres wordt gemaakt en verspreid om geld te verdienen of om iemand, een groep mensen, een organisatie of land te beschadigen.’
Ik laat deze definitie tot me doordringen. Langzaam begin ik te begrijpen hoe alom aanwezig nepnieuws is. Want alle reclame uitingen geven op een of andere manier onnauwkeurig informatie en zijn bedoeld om hiermee geld te verdienen. Alle politieke partijen en media verspreiden wel eens onnauwkeurige informatie die een groep mensen, een organisatie of een land beschadigt. Nepnieuws is zogezegd overal en het is een dagtaak om het van echt nieuws te onderscheiden.
Wat kunnen we doen? De effectiefste maatregel tegen nepnieuws lijkt het verbieden van het verspreiden van nieuws, dan weet je zeker dat het stopt. Dat betekent dat we facebook, twitter, alle kranten, alle politieke partijen, bedrijven etc. gaan verbieden nog nieuws of reclame te verspreiden. Een soort Noord-Korea model waar de overheid de enige nieuwsbron is en waarvan je zeker weet dat dat nieuws nep is.
Maar misschien voert dat te ver en gooien we hiermee het kind met het badwater weg. Zonder informatie over wat er ons heen en in de wereld gebeurt, kunnen we niet en willen we ook niet. En dus is het onze eigen verantwoordelijkheid kritisch te zijn naar alles wat bijvoorbeeld een krant, een politiek leider of een columnist beweert. Doen we dat niet, dan regeert uiteindelijk de leugen en dan dooft het licht.
Neem een voorbeeld aan mijn vader, die had gelijk door dat die nieuwslezer gek was.