Meteen naar de inhoud

Stenen tijdperk op de Veluwe

Versteent de Veluwe? Met die vraag in het hoofd organiseerde de provinciale fractie van GroenLinks in 2003 een rijtoer over de Veluwe en door de gemeente Ede. Een bus vol politici, belangenbehartigers en ondernemers trok onder meer langs bungalowparken vol met permanent bewoonde vakantiebungalows. Als gemeenteraadslid en recreatieondernemer was ik dubbel betrokken en dus ook passagier. Ik had mijn oudste zoon van drie jaar meegenomen want dat kwam zo uit en ik vond het wel symbolisch: het ging ook over zijn toekomst. Zijn aanwezigheid leverde enkele gefronste wenkbrauwen op, maar behalve een extra plasstop heeft niemand, behalve ikzelf dan, er veel van gemerkt.
De toer heeft niet veel geholpen. Sinds 2003 is het aantal recreatiewoningen in Nederland met 22% gestegen. Ede deed flink mee in de groei en heeft er nu 4.400. Een succesverhaal? Niet helemaal.
Veel varkens maken de spoeling dun. Door het vergrote aanbod konden niet alle recreatiebedrijven meekomen in de concurrentiestrijd. Gevolg was dat deze bedrijven hun woningen permanent gingen verhuren. Dit was eigenlijk niet toegestaan maar de meeste gemeenten knepen een oogje toe.
Tegelijkertijd kwamen er allerlei projectontwikkelaars die recreatieparken opkochten, kasten van huizen neerzetten en deze verkochten aan mensen die daar illegaal gingen wonen. Toen we tijdens de GroenLinks toer in 2003 zo’n park passeerden riep een Edese wethouder uit ‘Hoe kon ik nu weten dat mensen daar permanent wilden gaan wonen?’ Tsja…
In ieder geval kwamen er op deze manier steeds minder vakantiehuisjes beschikbaar voor mensen die alleen een weekendje of weekje weg wilden. Toeristen zeg maar. Om ook aan die vraag te kunnen blijven voldoen werden er weer meer vakantiehuisjes bijgebouwd.

Op de Veluwe proberen gemeentes de trend te breken door permanente bewoning aan te pakken en recreatieparken die door toeristen vermeden worden te vitaliseren oftewel weer voor toeristen interessant te maken. Parken waarbij dat niet meer gaat lukken worden omgezet in woonwijken of, als dat ook niet lukt, opgekocht en terug gegeven aan de natuur.
Tegelijkertijd zijn er veel mensen die door de lage spaarrentes liever hun geld in de aankoop van een vakantiewoning steken dan het op een spaarrekening zetten. Projectontwikkelaars zien hier ook weer brood in. En dus worden campings opgekocht, vol gezet met vakantiehuizen en als beleggingsobject met beloftevolle verhuurrendementen aangeboden. Dat gaat goed totdat de rendementen tegen gaan vallen, de spaarrente gaat stijgen of door economisch ontij mensen hun tweede huis moeten gaan verkopen. Je ziet het alweer voor je, hele parken vol met onverkoopbare leegstaande vakantiehuizen. Deze zullen op een gegeven moment dan weer in aanmerking komen voor een vitaliteitsproject, omgezet worden in een woonwijken of, als dat ook niet lukt, opgekocht en terug gegeven aan de natuur.

In 1982 had ons recreatiebedrijf De Roek, toen mijn ouders hier in Otterlo begonnen, vijftien vakantiehuisjes. In 1995 waren dat er zestien in twee hectare bos. Ik las dat jaar een gemeentelijke beleidsnota waarin stond dat recreatiebedrijven kleiner dan vijf hectare niet levensvatbaar waren.
In 2016 hadden we op De Roek zelf nog steeds zestien vakantiehuisjes, geen verstening, geen permanente bewoning en goede bedrijfsresultaten. In dat jaar besloot de gemeente Ede op vijf meter van ons bedrijf, in een kwetsbaar gebied met een hoge biodiversiteit, een wijk met woningen voor permanente bewoning aan te leggen.

Versteent de Veluwe? Inkoppertje dacht ik.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *